De jungle van Chiang Mai

Om half zeven ging de wekker want ik moest mijn veel te kleine rugzak nog inpakken voor de trekking. Om negen uur gingen we met een soort taxi-jeep op weg naar de jungle! Eerst gingen we nog even snel naar een markt om laatste inkopen te doen.

Na een tijdje veruilden we de verharde wegen voor steeds smaller wordende zandweggetjes. Aangekomen bij een huisje midden bergen stond ons een lekkere lunch te wachten. (noedels uiteraard)

Daarna begon het dan echt. Gewapend met stok om grip te zetten op de weg, een zwaren gevulde rugzak en heeeel veeeel water gingen we op pad. Wat. Een. Hel. Het was superwarm en we moesten alleen maar steile bergen op. Af en toe dacht ik even dat het regende maar dan kwam ik weer tot de ontdekking dat ik het zelf was.

Gelukkig stopten we vaak zodat we even konden drinken en uitrusten. Na iets meer dan drie uur kwamen we aan bij onze bestemming van die dag: een dorp met houten huisjes op palen. Het was heel mooi en apart tegelijk om te zien. Zo loop je alleen maar tussen bomen, bergjes en struiken en dan opeens sta je in een kleine bewoonde wereld.

De gids bracht ons naar onze slaapplaats. Een grote hut op palen, met balkon! Een grote ruimte was gevuld met dunne matrasjes en klamboes. We legden onze spullen neer en de gids leidde ons rond door het dorpje. Kinderen werden geroepen zodat we ze snoepjes konden geven.

Na de rondleiding gingen we terug naar ons houten huisje. Midden in de hut was er een kampvuur. Zo gek eigenlijk want alles is van hout dus er hoeft maar iets te gebeuren en alles vliegt in de fik.

Na een lange tijd kregen we ons avondeten. We waren doodmoe van de hele dag maar voordat we naar bed konden gingen de kinderen uit het dorp voor ons optreden in traditionele kleding. Zingen, dansen, klappen en dat alles door elkaar en vals. Het was een apart geheel. De kinderen verlieten de hut en wij konden eindelijk lekker gaan slapen.

Na het ontbijt de volgende ochtend gingen we ons klaarmaken voor een lange en zware dag. We vetrokken rond elf uur. Gelukkig hoefde we dit keer niet alleen maar steile bergen op maar moesten we ook afdalen en liepen we op rechte stukken. Vandaag gingen we naar twee watervallen. Hoe dichterbij de waterval, hoe smaller de paden en dichter het struikgewas. Het voelde echt als een jungletocht en ik vond het nog leuk ook. We liepen dicht langs de afgrond en af en toe hadden we ook hindernissen. Omgevallen bomen, scheve paden en noem maar op.

Bij de eerste waterval namen we een duik en gingen we lunchen (uiteraard weer noedels)
's Avonds om zes uur kwamen we bij het oliefantenkamp aan, waar we zouden overnachten. We sliepen ook aan een waterval, dus je hoorde het water klotsen als je in je bed lag.

De volgende ochtend stonden we vroeg op om te ontbijten. Tijdens het ontbijt kwamen de olifanten. De begeleiders van de olifanten gingen ze eerst wassen in de rivier achter ons hutje. Daarna mochten we ze voeren.

Nadat het meerdere olifanten waren aangekomen mochten we twee aan twee op de olifanten rijden. Eén van de leukste dingen die ik ooit heb gedaan! Het was ook best eng want we moesten een steile, smalle helling op naar boven. Even dacht ik dat de olifant zou uitglijden maar gelukkig ging alles goed.

Terug op het olifantenkamp trokken we onze raftoutfit aan en gingen we de wilde rivier op. Super vond ik het! Van mij hadden we nog wel langer mogen raften maar van de raftnboot moesten we op een bamboebootje. Omdat we met zijn negenen op het bootje gingen lag het helemaal onder water. Het leek net alsof wij op het water zaten. Haha.

Helemaal doorweekt kwamen we aan bij een gebouwtje waar we ons met de tuinslang konden afspoelen. Na de lekkere noedellunch gingen we met de jeep naar een monkeyfarm.
Ik dacht dat de dierentuin zielig was maar dit was nog veel erger! De apen zitten aan ijzeren kettingen en hebben nauwelijk ruimte om te bewegen. Snel verlieten we de farm weer. De jeep bracht ons terug naar de bewoonde wereld. Tijdens de terugreis dacht ik aan de heerlijke warme douche en het zachte bed dat ons te wachten stond.